Ziehier resultaten van rondvraag aan de leden op volgende vraag :

HOE BEN JE MET SCHAKEN IN AANRAKING GEKOMEN ?

Ik ben zeer verrast door de verschillende reacties. Ze geven een goed beeld van welke "diverse pluimage" er in de club aanwezig is ! Reacties zijn op achternaam alfabetisch gesorteerd.

Gert Adams : Heb het geleerd van een goede vriend tijdens een vakantie aan zee

Christophe Bastiaens : Ik heb van mijn grootvader leren schaken en op familiefeestjes kwam het schaakbord steevast naar boven. Zo ben ik er ingerold.

Hugo Boschmans : Ik leerde de spelregels van mijn broer, dacht dat ik het kon, tot ik in de eerste ronde door een ukkie uit het schoolschaaktoernooi werd geknikkerd. Boek gekocht en met elementaire basis en een jaar later teruggekeerd en het tornooi gewonnen. Dacht dat ik het kon en lid geworden van Moretus Ekeren. Van het kaske naar de muur gespeeld. Opnieuw wat bijgeleerd (bleek dat Koning en pion niet altijd wint van Koning alleen) en sindsdien speel ik het spelletje graag, in het besef dat ik het nooit echt zal kunnen.

Jaak Calders : Als kind speelden we thuis veel met broers, zussen en hun vriendjes. Daar hoorden ook schaken en dammen bij. Later speelde ik tegen mijn vader tot bij 15 jaar hij niet meer kon winnen. In het college, aan de univ en in het het leger heb ik veel geschaakt. Vanaf mijn beroepsleven dacht ik dat ik geen tijd meer vrij had tot aan mijn 40e. Door stress eerst proberen te ontspannen met yoga (3 keer) . Dan bij een schaakclub gegaan en dat bleek de perfecte ontspanning te zijn. De dagelijkse zorgen verdwenen als sneeuw voor de zon.

Jan De Cap : Tijdens mijn periode als matroos in de zeevaart zeer veel geschaakt en na zeer (!!) veel botbreuken in 1975 tot 1985 in de motor cross en motor racing ben ik het wat rustiger aan gaan doen en ben ik in clubverband beginnen schaken.

Walter Decleir : (ingekort) Ik leerde schaken op ongeveer 10-jarige leeftijd. Het was in de oorlogstijd en mijn vader had schaakstukken voor mij gemaakt die hij had uitgesneden in karton. Ik heb geschaakt in Antwerpse Schaakkring en was betrokken in oprichting van Gentse schaakkring KGSRL. Vanaf 1983 werd ik lid van Brasschaat. Ik heb lange tijd wereldkampioenschappen schaken voor universiteitsstudenten geleid in onder andere Antwerpen, Nigeria, Varna, Rotterdam, Mongolie, e.a.

Cesar De Cock : Ik heb van mijn vader leren schaken die eigenlijk niet alle spelregels kende ! Ik speelde tegen mijn vader en kon altijd winnen. Ik heb nog in de schaakclub van "den Bell" gespeeld en heb met die club nog in Engeland geschaakt. Nadat die club moest stoppen ben ik in Brasschaak terechtgekomen.

Jan De Weerd : Ik heb leren schaken van mijn vader op mijn 7 jaar. Wij vaarden met het schip de Rijn op achter een sleepboot. Dat duurde toen meerdere dagen. Terwijl hij stuurde speelden we schaak.

Leo Geylen : Ik heb in het parochiehuis van Paroza in Berchem van iemand leren schaken en heb toen samen met hem daar schaakclub Paroza mee opgericht. Ik ben ooit nog ligavoorzitter geweest. Nadat ik 20 jaar lang niet meer geschaakt had, besloot ik om terug naar een schaakclub te gaan en zo ben ik in Brasschaat beland.

Stijn Hawinkel : Mijn moeder heeft mij leren schaken toen ik een jaar of 4 was. Mijn kleine broer lag er dan naast, en stak af en toe een stuk in zijn mond, wat het spel wel een beetje verstoorde :-). Maar vroeg begonnen dus.

Koenraad Heyens : Ik ben met schaken begonnen toen ik rond de 30 jaar jong was, geleerd van een vriend, eens ik wat kon schaken speelde ik tijdens de middag pauze schaak met een collega die aangesloten was in een club. Dit was het startschot dat ik ging spelen in de club Mortsel. Mondjesmaat klom ik tot 1700 Elo. Na een onderbreking van 7 jaren ben ik terug begonnen in Merksem om nadien te belanden in Brasschaat.

Dirk Heyman : Ik moet zowat 7 jaar geweest zijn, toen mijn tante een schaakbord kocht voor mijn twee oudere broers, die respectievelijk 10 en 5 jaar ouder waren als ik. Ik moest het stellen met een blokfluit. Maar toen ik mijn broers een partijtje zag spelen, interesseerde die blokfluit me......geen fluit meer. Ik wou immers de uitdaging aangaan om hen er voor EEn keer eens van langs te geven. En het duurde inderdaad niet lang vooraleer ik mijn eerste wedstrijden begon te winnen. Maar het was pas na mijn studies dat ik de draad terug opnam en het prismaboekje van Hans Bouwmeester aanschafte. Een nieuwe wereld ging voor me open en prompt kocht ik een schaakcomputer van de eerste generatie. Toch begon ik pas na mijn actieve loopbaan intensiever te schaken. Eerst op het internet en vervolgens besloot ik zes jaar geleden om lid te worden van onze schaakclub.

Pol Laporte : Geleerd heb ik het van mijn vader , die vond dat ik de principes ook op andere levensdomeinen zou kunnen gebruiken.

Robert Matterne : Ik heb het van mijn vader geleerd die in Cercle dAnvers speelde. Belgisch kampioen Alfons Franck en wereldkampioen correspondentieschaak OKelly kwamen vaak over de vloer. Al bij al speelde mijn vader op een bescheiden niveau. En omdat ik zijn genen heb ...

Peter Pauwels : Als tiener vond ik dit al een leuk spel, leuker dan vechten op de speelplaats.

Wim Plompen : Het schaakvirus heb ik van mijn vader geerfd. In mijn jeugdjaren speelden we met het bord op een 'poef ' een soort rapid schaak zonder klok.

Dave Remijsen : Ik heb van mijn vader op mijn 8 jaar leren schaken. Ik heb nog gewerkt op de sleepdienst en die hadden een schaakclub in de Antwerpse Handel. Zo ben ik in de schaakwereld terechtgekomen.

Jan Rigaux : Ik kreeg van mijn ouders op mijn 13de een Tandy schaakcomputer omdat ik hen steeds de oren van hun hoofd zaagde om met mij een spel te spelen. Eerst kon ik daar natuurlijk niet van winnen , maar toen ik op een bepaald moment van de computer op het laagste niveau kon winnen werd ik pas echt door de schaakmicrobe gebeten. Heb alles via zelfstudie geleerd. Ik ben pas op mijn 32ste naar een schaakclub (in Schoten) gegaan. Maar wegens tekort aan leden moest die club een zestal jaar geleden stoppen en heb dan maar ineens naar de club met het grootste ledenaantal in mijn omgeving gezocht. Brasschaat, dus !

Marc Rombouts : Via prisma-schaakboeken van Hans Bouwmeester in mijn kinderjaren, in mijn purberteit via het boek "Fischer leert schaken", en dan verder in de schaakclub van het Sint-Jan Berchmanscollege Merksem mijn eerste wedstrijden daar als tiener gespeeld, pas in schaakclubs beginnen spelen toen ik 21 jaar was. Toen gingen studies nog voor.

Yves Surmont : Ik heb van mijn grootvader leren schaken (misschien was ik toen 10 jaar of zo), maar pas op mijn 17de in een schaakclub beginnen spelen.

Dirk Tegenbosch : Ik heb leren schaken in cafe de Worstepan in Borgerhout , kwam daar als puber en speelde sporadisch een partijtje. Op mijn +-25ste kocht ik mij een Tandy schaakcomputer en had ik echt de smaak te pakken en werd lid van de GM schaakclub.

Koen Van Deynse : Op mijn 35e zag ik dicht bij huis in Sint-Job een blad hangen dat er een Sint-Jobse Schaakkring speelde op vrijdagavond; ik ben toen eens gaan kijken, ben beginnen meedoen, en heb vervolgens een heel jaar nagenoeg alles verloren; maar ik heb volgehouden en heb daar 15 jaar gespeeld, tot ik daarna op mijn 50e de sprong heb gewaagd naar Brasschaak, waar ik nog geen sikkepit spijt van heb gehad!

Willem Verlinden : Hoe ik zelf heb leren schaken, ik bedoel de gang van de stukken en strategie (voor zover je in het begin van strategie kan spreken) daar herinner ik mij helemaal niets meer van. Ik weet alleen dat ik tegen mijn broer ben beginnen schaken en later tegen mijn jongste zus. Heb in tienerjaren in schoolploegje gespeeld maar na mijn school gestopt. Pas in 1990 (17 jaar later) ben ik bij Brasschaak aangesloten.

Marc Verstrepen : De WK match Fischer - Spassky in 1972 zette me aan om het dammen te vergeten en het schaken te leren.